Papa Schrijft
Ervaringen die iedere vader wel herkent. Maar dan anders.

Verschrikkelijke vakantie Oct 23, 2019

"Hoe was jouw vakantie?"
"Verschrikkelijk."

Zo kom ik op maandagmorgen binnen. De verschrikkelijk bedoel ik natuurlijk sarcastisch.

Of toch niet?

Mijn ogen zijn duidelijk, mijn gezicht spreekt boekdelen. Nee, ik meen het. Mijn vakantie was een ramp.

Sterker nog, heb ik eigenlijk wel vakantie gehad?

Laat me voorop stellen, ik hou zielsveel van alledrie mijn kinderen. Normaal gesproken vind ik vrije dagen prima, gezellig en the more, the merrier. Deze week is helaas van een volledig andere rangorde.

Ik heb het er over met mijn vrouw als ik haar naar het werk breng op maandag en weet het dan doeltreffend te omschrijven.

"Ik heb negen dagen lang in dienst gestaan van iemand anders. Geen enkel moment voor mezelf gehad. Ik ben gesloopt."

Zaterdachtochtend wordt zoonlief gebracht. Vanaf dat moment zijn we compleet. Een soort fabulous five. De jongens vermaken elkaar, mijn vrouw vermaakt zich met haar dagboek en knutselgrei en de kleinste drentelt er een beetje tussendoor. 

Maar het duurt niet lang of ik word er bij betrokken. Ze willen gamen, dus of ik computers en laptop wil aansluiten en installeren. Dan wil hun zusje ook MineCraften. Dat kan ze natuurlijk nog niet alleen, dus moet ik meedoen.

Zondag is niet anders. We doen dit, we doen dat. 

Opblijven betekent meteen film kijken. Dat wordt dus meekijken, wat voor mezelf iets gaan doen terwijl er kinderen niet rustig op de bank hangen, is geen doen.

Maandag zijn de drie musketiers voor mij alleen. Lang leve de nieuwe baan. Dinsdag grotendeels ook vanwege overige afspraken.

Op woensdag gaat om zes uur de wekker. Gelukkig mag ik me nog een keer omdraaien. Tot acht uur, want dan pas mogen de jongens naar beneden. Er zijn de avond van tevoren duidelijke afspraken gemaakt over wat er morgenochtend gaat gebeuren.

- Als zus wakker is: aankleden.
- Zo niet: ontbijten.

Want, om half tien moet bonuszoon bij zijn papa zijn. Inclusief zijn broertje, want die gaan -eindelijk- eens een keer samen dáár spelen.

Toch zie ik zowel kwart voor als kwart over zeven op de wekker. De eerste keer omdat zoonlief de badkamerdeur openbeukt op weg terug van het toilet. De tweede keer omdat zooninmiddelsnietmeerzoheellief de badkamerdeur openbeukt op weg terug van het toilet.

Om half acht staat hij naast mijn bed. 

"Ik kan niet meer slapen."

Ja, jongen... ga naar beneden ofzo. Laat mij met rust.

Om acht uur staat hij weer naar mijn bed.

"Kan je alsjeblieft m'n zusje wakker gaan maken? We moeten over drie kwartier al gaan!"

Rekenen is een kunst. Half tien daar, vijf minuten rijden, dat is dus echt nog wel veel langer dan drie kwartier. Ga ontbijten ofzo, dat staat voor jullie klaar.

"Maar ik wil pap."

Daar heb ik geen boodschap aan. Ben verdorie eens niet zo egoistisch en eet gewoon een boterham. Hup, en nou wegwezen.

Zo begint mijn dag dus lekker gefrustreerd. Uiteindelijk is iedereen natuurlijk gewoon op tijd waar ze moeten zijn en kan mijn dag alleen met mijn kleine oogappeltje beginnen. Gezellig hoor, maar natuurlijk geen moment voor mezelf. 

En zo sukkelen we de rest van de dagen door. Iedere dag is er wel iets. Of niets. Donderdag zijn er nog twee, op vrijdag nog maar één maar wordt er geklust voor de womancave op zolder. Zaterdag weer een dagje alleen met het kleine meisje, want de grote meid gaat met haar vriendinnen op stap.

Als ze 's avonds om half tien thuis komt, luister ik nog vol interesse naar haar samenvatting. Maar als ze eenmaal alles heeft verteld, ziet ze toch ook wel aan me dat ik niet goed in mijn vel zit en stuurt me lieflijk naar bed. Even bijtanken.

En zo komen we bij maandag. In de file op de rondweg blikken we terug op de "vakantie". Zij moest gewoon werken, ik was helemaal vrij. Toch heb ik alleen vrijdagavond rust gehad. Ik snap er geen reet van, werkelijk waar niet. Wat is er nu zo anders aan afgelopen dagen dan dat het de afgelopen jaren is geweest? 

Haar baan. En de kinderen.

De rollen zijn omgedraaid. Nu was zij het niet die thuis was, maar ik. Nu was ik het niet die ging werken, maar zij. En nu was opblijven niet meer om acht uur naar bed, maar zo laat dat er geen avond meer voor jezelf over is. 

"Heb je dan nu ook meer waardering voor wat ik al die jaren gedaan heb?"

Ik dacht dat ik dat wel had, maar blijkbaar niet genoeg. Mijn waardering stroomt inmiddels over.

Eén ding is wel zeker: volgende vakantie werk ik.