Kleine meid was een beetje uit d'r hum zondagavond, denk ik. Sodemieters, wat hebben we dat geweten.
Het begon allemaal zo hoopgevend. Grote broer op tijd naar bed, kleine dame er meteen achteraan. Om kwart over zeven zaten we met z'n tweeën al gezellig op de bank terwijl het theewater begint te borrelen in de waterkoker en er nog wat gekeuvel door de babyfoon klinkt. "Koekje erbij?" Wel ja, waarom ook niet.
Een dik uur later - we zijn inmiddels verplaatst naar de computer-slash-laptop - hoor ik voetstappen op de trap en gaat even later de kamerdeur langzaam open. "Ik kan niet slapen," zegt bonuszoon. Nee, dat snappen we eigenlijk best, want er wordt een kamer verderop nog flink gekletst. Maar, hij moet toch maar zijn ogen dichtdoen en proberen.
"Wil je me dan nog een keer instoppen?"
Vooruit dan.
Vrouwlief moppert op de terugweg nog een keer tegen haar dochter - want zeg nou eerlijk, dat kletsen heeft ze echt van haar - en warempel, het blijft zowaar stil. Totdat we naar bed gaan...
Even kijken, even recht leggen, even instoppen. Tanden poetsen, pyjama's aan, even knuffelen en uiteindelijk elkaar de rug toedraaien om tegen elven gaan slapen.
"Waah uuuuh mamamamama dooojooojooo dum dum dum pa pa pa."
We grinniken wat om haar plotselinge conversatie met pluche slaapkamergenoten. Dat doet ze wel vaker. Dan is ze een minuutje of tien wakker, mompelt nog wat tegen haar knuffels en valt dan vanzelf weer in slaap. Vandaag hebben we echter minder geluk.
Om half twaalf zuchten we nog maar eens en gaat vrouwlief eruit. Knuffelen, rechtleggen, instoppen, Winnie de Pooh lamp aan. Weltrusten!
Om twaalf uur zuchten we nog maar eens en ga ik er uit. Recht leggen, instoppen, muziekje aan. Weltrusten.
Om half een een uur half twee zuchten we nog maar eens en ga ik er uit. Knuffelen, nog meer knuffelen, slaperig worden, instoppen. Weltrusten!
Om tien voor twee ben ik het zat en trek ik haar deur helemaal dicht. Die staat normaal gesproken altijd op een kier met zo'n foam-banaan ertussen, want dan komt er in ieder geval nog enigszins lucht binnen en kunnen we beter horen als er iets aan de hand is. Ja, nu is er dus niks aan de hand, behalve een paar chagrijnige ouders. Op de terugweg naar mijn bed mopper ik tegen mijn vrouw.
"Ik geef d'r nog tien minuten. Als ze dan nog niet is uitgeouwehoerd, leg ik haar in 't campingbedje in de woonkamer."
Negen minuten later is ze stil.
In het daaropvolgende half uur bedenk ik me wat ik morgen aan ga doen. Ga halen voor de lunch. Moet doen op mijn werk. Moet regelen voor ons weekendje weg. En vervloek ik - uiteraard van alle kanten omwonden met vaderlijke liefde - mijn dochter.
Voordat ik uiteindelijk in slaap val, zie ik mezelf zitten aan onze tafel. Wat grijzer en wat meer rimpels hier en daar.
"Denk maar niet dat ik tot half drie blijf wakker blijf totdat je terug komt van het stappen, jongedame. Dat heb ik al genoeg gedaan toen je anderhalf was."
Maar als het moment daar komt, weet ik zeker dat ik over zeventien jaar om half drie nog steeds aan die tafel zit.