Papa Schrijft
Ervaringen die iedere vader wel herkent. Maar dan anders.

Zullen we gaan spelen? Jan 8, 2020

Sommige mensen zijn gezelschapsdieren. Anderen helemaal niet. Ik neig meer naar die laatste categorie en hou me op sociale gelegenheden vaak wat aan de zijlijn. Zijn er kinderen? Prima, dan vermaak ik me daar wel mee. 

Ik ken het principe "samen spelen" vanuit mijn eigen jeugd helemaal niet. Met mijn vader deed ik zelden wat samen. Hij werkte veel en kampte op andere momenten met lichamelijke klachten. Buiten een balletje trappen kon zijn rug niet aan, op de grond met de Lego spelen de rest van zijn lichaam niet. 

Met mijn moeder maakte ik samen werkstukken en spreekbeurten. Zij hielp me blokken voor topografie en dreunde Duitse naamvallen gezellig mee. Ze haakte alleen af bij de exacte vakken, daar was de Middelbare Meisjes School niet tegen opgewassen. Daar kon papa me dan wel weer mee helpen, staand aan de bar. 

Dat mijn kinderen alle drie iets met mij willen doen, heeft me best wat tijd gekost om te accepteren en een plaatsje voor te kunnen vinden. In het begin vond ik het maar een vreemde gewaarwording, inmiddels ben ik er aan gewend.

Maar, "samen spelen" betekent voor alle drie iets anders.

Neem de jongste. Schat van een meid, maar een aandachtsspanne van een goudvis. Lonkend naar alle mooie dozen staat ze voor de spellenkast.

"Als jij me optilt, wijs ik een doos aan om mee te spelen."

Dat ze van geen enkel spel de regels kent, maakt haar niet uit. We rollen dobbelstenen en schudden kaarten. Lopen met soldaatjes over het bord en bouwen huisjes en weggetjes. Het maakt haar niet uit. Maar niet langer dan vijf minuten, dan wordt er opgeruimd en de volgende doos uit de kast getrokken.

De Playmobil is ook favoriet. Ze heeft een uitgebreid honden- en kattenpension gekregen van die goeie ouwe kindervrind. Ook met haar verjaardag is ze flink verwend. Genoeg om uit te kiezen dus. 

Grappig genoeg gaat het bij haar eigenlijk alleen maar om het samen zijn, niet om het samen iets doen. Want ik kan gerust er bij zitten te kijken zonder dat het haar stoort. Ze speelt dan met alle poppetjes en diertjes en vertelt honderduit. Zo lang ik er bij zit en niet iets anders ga doen, vindt ze het prima. 

"Zullen we samen een spelletje doen?"

Bonuszoon is juist wel van het samen spelen. Maar dan ook echt, samen een spelletje spelen. Catan, Risk, Monopoly of heel simpel Pesten of Rummikub. Zo lang we maar mee doen, is hij een gelukkig mannetje.

Winnen kan hij best, verliezen ook. Soms vindt hij dat vervelend, meestal niet. Er bij zitten mag, maar alleen als je mee speelt. Als je dat niet wil, kijkt hij sip. Want dat vindt hij echt niet leuk. Dan moet ik alleen op de bank gaan zitten lezen. He bah. Je ziet het hem denken.

Zoonlief kent me natuurlijk al het langst. We speelden vroeger veel met de auto's samen. Of de Duplo treinbaan. Of gingen fietsen of voetballen.

Tegenwoordig is dat minder. Niet omdat ik het niet meer zou willen, maar omdat er meer kinderen zijn. HIj speelt eigenlijk ook wel heel graag met zijn broer en zelfs ook wel met zijn zusje. Speeltijd met papa schiet er dan vaak bij in.

Toch komt ook vanuit die hoek nog wel eens de vraag of ik mee kom spelen.

"Zullen we samen met de Lego spelen?"

Hij is niet zo van de bordspelletjes en de Duplo is nog steeds wel leuk, maar wat minder flexibel. En als we dan eenmaal boven zitten, lijkt hij opeens heel veel op zijn zusje. 

Want waar hij met zijn bouwwerken de meest imposante verhalen vertelt, zit ik stil in een hoekje bij de bak met losse stukjes. Ik kijk een beetje naar het thema van zijn verhaal en begin te bouwen. Een maanlander of junglehut, een vliegtuig of gevangenentransport, het maakt me niet uit. Ik verzin de blokjes wel bij elkaar om iets te fabriceren.

Om de paar minuten kijkt hij even naar mij. Wat ik gebouwd heb. Is dan onder de indruk en vraagt of hij er mee mag spelen. Dan betrekt hij mijn werkje in zijn verhaal en zit ik met lege handen, klaar om iets nieuws te bouwen.

Dus ook hier is het niet echt samen spelen. Ja, we zijn samen, maar we spelen niet met elkaar.

Uiteindelijk ligt het grut weer in bed en blijven de twee volwassenen samen over.

"Zullen we samen op de bank ploffen en Netflixen?"

Kijk, dat vind ik nou eens een prima plan schat. Klap jij de bank uit? Pak ik wat lekkers.