Papa Schrijft
Ervaringen die iedere vader wel herkent. Maar dan anders.

Snoepkont May 15, 2019

Rondom een verjaardag heb je altijd wel wat extra lekkers in huis.

Rondom Pasen heb je altijd wel wat extra chocola (en ander lekkers) in huis.

Als je verjaardag op tweede Paasdag valt... Goed, laat me die zin niet afmaken. Waar is het pasje van de sportschool?

Onze jongens zijn gelukkig niet zo'n snoepkonten. De één mag het niet (lang leve een suikervrij dieet), de ander vindt de "een snoepje na school als je drinken op is"-regel prima.

Wij kunnen zelfs iets maar heel moeilijk laten staan. Stroopwafels, van die gekleurde suikerpaaseitjes, chocoladebonbons, het gaat er allemaal vlot in. 

Dan is er nog de kleinste. Duidelijk een kind van haar ouders. Voor het ontbijt vraagt ze al om een snoepje, maar is vervolgens ook hieperdepieperblij met een handjevol rozijntjes door haar pap. Snoepgoed is een rekbaar begrip, zeg maar.


Papa is thuis, want vakantie. Mama is sporten, want papa is thuis. De jongens spelen gemoedelijk met hun nieuw aangewonnen LEGO-set.

"Papaaaaa! Kom je naar boven puzzelen?"

Twee keer: zowel de korte route door de babyfoon, als de lange route over de overloop, de trap af, het halletje en de keuken door, de woonkamer in. Leuk, stereo-oproepen.

Ik roep tevergeefs terug dat ik er zo aan kom. Terwijl dat er een "okeeeee" door de gang schalmt, hoor ik ook al voetstappen van de trap af komen.

Een halve trap dan, want verschijnen doet ze niet. Dan hoor ik zacht gebrabbel.

"Oh, mooi."
"Die is van mij."
"Oeh, stickertje."

Geen idee wat ze aan het doen is, maar het klinkt wel gezellig. Kan ik nog even mooi afmaken waar ik mee bezig ben.

"Mmm yam yam, dat is een lekker cakeje."

Pas dan besef ik me wat ze aan het doen is. Halverwege de trap staat namelijk de luiertas. De luiertas waar ik gisteren een zakje in heb gedaan. Een zakje met liga's.

En een suikervrij cakeje. 

Dat cakeje is al half op, eer dat mijn hoofd om het hoekje verschijnt. Parmantig zit ze op de trap. Twee pakjes met liga's nog dicht naast haar. Het cakeje in het papiertje op haar schoot. Haar vingertjes driftig bezig met het afbrokkelen van hapklare brokjes en haar mond driftig kauwend.

Ze grijnst van oor tot oor als ze mij ziet.

"Lekkere cakejes gemaakt, papa!"

Uhm, bedankt? Nou, hop naar de kamer. Ga maar aan tafel zitten kruimelen. 

Als ze haar buit -en de banaan die daar op volgt- op heeft, ploft ze bij haar broers op de bank met een boekje. Prima tijdsbesteding, kan ik mooi even naar de WC.

Vanuit mijn twee-vierkante-meter-grote-rusthok hoor ons houten IKEA-krukje al over de keukenvloer schuiven. Met mijn broek net niet meer rond mijn enkels kom ik de keuken binnen. En ja hoor. 

Betrapt. Met haar hand al in het zakje met cakejes. Eén ding is zeker: dat recept is goedgekeurd. En die zak moet ik gaan verstoppen.

Als mama thuis komt van het sporten, bedenkt papa zich dat hij de was nog zou ophangen. Nieuwe ronde, nieuwe kansen.

"Jongens, letten jullie even op jullie zusje?"

Twee hoofden knikken ja en zoonlief springt -voor de verandering- spontaan van de bank om samen met haar een treinbaan te bouwen. Ik slenter achter de topsporter de trap op en begin met de verzameling sokken en onderbroeken. 

"Misschien moet je maar naar beneden gaan. Je weet nooit wat die snoepkont nou weer te pakken krijgt."

Goed punt. De attentie-span van de jonge treinconducteuren zijn niet zo heel lang.

Terwijl ik de deur naar de keuken open maak, hoor ik al gegiechel en geritsel.

Daar zit ze. Midden in de keuken. Tussen haar benen staat mijn Paashaas, als cadeautje gekregen van mijn moeder. Het goudkleurige bindertje heeft ze al losgepriegeld. Haar handje stevig geklemd om twee lange, bruine oren. En ogen die glinsteren.

Als ze mij opmerkt, grijnst ze weer van oor tot oor. Ik denk nog wat ga je nu weer voor een smoes verzinnen?

"Lekkere haas! Samen op eten?"

Ik probeer boos te kijken. Het lukt volgens mij niet echt. Toch doe ik echt mijn best.

Dat moet ze ook door hebben, want zonder slag of stoot stopt ze het konijn terug in het cellofaan en geeft het hele pakket aan mij. Mijn gezicht staat nog op standje "ik ben boos". Ze trekt een pruillipje en kijkt me met grote ogen aan.

"Ook niet een beetje grappig?"