Ik heb een hekel aan het kijken naar anderen.
Nee, dat is niet waar. Ik vind het juist heel leuk om naar anderen te kijken. In de trein, op een terrasje, bij de Ikea. Hoe mensen lopen, doen, praten. Heerlijk vind ik dat.
Waar ik wél een hekel aan heb, is als andere mensen te veel naar anderen kijken en te weinig naar zichzelf. Dat begint al heel jong.
De heren zijn niet zo lief. Geen idee wat ze dwars zit deze zaterdagmiddag, maar het zijn allebei twee stukken chagrijn waar je niet vrolijk van wordt. Niet lief voor elkaar, niet lief voor mij. Niet luisteren, niet doen. Afijn, je snapt het fenomeen.
Tegen vier uur komt de oudste naar me toe. Dat is normaal gesproken net zo'n moment dat er wat gedronken en gesnoept wordt. En aangezien dat het drinken nu op is, volgt er logischerwijze een beetje zoetigheid.
"Mag ik een snoepje?"
Hij vraagt het al vertwijfeld. Alsof hij weet wat er komen gaat. Ik stel hem een wedervraag.
"Vind je dat je het verdiend hebt?"
De twijfel op zijn gezicht verandert in teleurstelling en schaamte. Nee, dat heeft hij niet. Daarom sjokt hij weer terug naar de bank.
"Klopt helemaal, dat heb je niet. Ga er maar eentje pakken dan."
De verbazing op zijn gezicht is grandioos. Hij snapt er niks van. "Ja maar," stamelt hij, "ik heb het toch niet verdiend?" Nee, precies. Dat heb je niet. Maar omdat je zelf zo eerlijk bent om dat toe te geven en te beseffen dat het zo is, mag je er toch eentje gaan pakken.
Tien minuten komt zoonlief voorbij gewandeld. Nonchalant, heel smooth. Ik weet direct wat hij gaat doen, maar ik vraag het nog even.
"Een snoepje pakken."
Ook hij geeft eerlijk antwoord. Ik stel hem vervolgens dezelfde vraag als die ik zijn broer heb gesteld. Maar in plaats van hier eerlijk te antwoorden, schiet hij in de verdediging.
"Ja maar hij mocht het ook!"
Kijk, en dat is nou precies het 'naar anderen kijken' waar ik een hekel aan heb. Ja, hij mocht het ook, maar eerst niet. Hij heeft alleen wel wat gedaan om het wél te mogen. En jij doet nu precies het tegenovergestelde.
Oké, misschien zijn de verhoudingen wat scheef. De eerste had immers geen voorganger om van af te kijken. Om zich verontwaardigd over te voelen. De tweede ziet de eerste met een snoepje en gaat er dan maar van uit dat het mag. Ben ik dan te streng? Ik vind van niet.
Een tijd later sta ik op mijn werk in de keuken. De volle waterkoker heeft net aangegeven klaar te zijn met koken, de thermoskan staat klaar om gevuld te worden.
Een collega kruipt achter me langs en pakt de waterkoker. De thermoskan blijft helaas droog staan, want anderhalve liter gloeiend heet water wordt door de afvoer gegooid en vervangen met koud water. Hij neemt het mee naar zijn kantoor.
"Mijn vogeltje drinkt alleen koud water."
Nee, we hebben geen huisdieren op kantoor. Wel drinkende vogels, schijnbaar. Van deze speelgoedfrutsels die de hele dag niks anders doen dan water drinken.
Vol ongeloof kijk ik hem aan als hij terug de keuken in komt. Ik vraag hem of hij nu serieus anderhalve liter vers gekookt water weggooit om zijn speelgoed te voorzien van vijftig milliliter koud water? Waarom neemt hij niet gewoon dat glas mee naar de keuken en vult hij het daar? Scheelt ook nog een keer lopen.
"Je wilt niet weten hoe vaak anderen een volle waterkoker gebruiken voor één kopje thee. Dan wordt de rest van het water ook weer koud."
Terwijl ik hoofdschuddend weg loop kan ik maar aan een ding denken.
Jij krijgt geen snoepje vandaag.
May 28, 2019
De Papa
Het drinkbakje van het vogeltje is inmiddels flink verkalkt...