Samen kwamen we tot een publicatie-waardig schrijfwerk, maar opgeschreven werd het niet. "Het is niet eng," was de redenatie. Dus hij ging er verder over nadenken. Ik heb het eindresultaat niet gezien, maar ik heb me laten vertellen dat er na een week denktijd drie regels op papier stonden. Ja, daar zal de juffrouw van gaan bibberen.
Maar, terwijl er driftig gedacht wordt over enge inspiratie, denk ik aan flitsen die af en toe door mijn eigen hoofd gaan. Vooral na de geboorte van onze dochter zie ik regelmatig een mogelijke toekomst. En geloof me, die is niet prettig.
Dat je de trap op loopt en struikelt, met je drie weken oude baby in je armen. Of dat je ruim langs een uitladende vrachtwagen rijdt, maar toch ziet gebeuren dat je de laadklep als een snijblad tegen je keel aan krijgt. Of dat je met de jongens naar Aikido fietst en er eentje tegen de stoeprand aanbotst, net als er een auto voorbij komt. Je kunt je voorstellen dat dat geen gezellige beelden zijn.
Ik vraag me dan wel eens af waar dat vandaan komt. Zoals gezegd, dit doet zich voornamelijk voor sinds de derde koter in ons gezin is aangekomen. Ontstaat er dan een soort paranoia? Omdat het de derde is? De kleinste? Het enige meisje? Zo van, "oh nee, wat nou als", waardoor je juist extra voorzichtig gaat doen. Ik bedoel, ik loop altijd al rustig de trap op, fiets met ruime bochten langs vrachtwagens en de jongens kunnen - ook al zijn het een stelletje stuntkonijnen - inmiddels goed fietsen. Daar zal het dus allemaal niet aan liggen.
Het zit me gelukkig niet dwars. Ik kijk naar de kids en zie vreugde en vrolijkheid. En zo'n flits? Ach, daar bedenk ik maar een spannend verhaal over. Gepubliceerd zal het niet worden en er is geen juf die het lezen zal. Maar in mijn gedachten staat die Gouden Griffel al te pronken op het dressoir.