5 december. De dag dat heel kinderlijk Nederland totaal van slag is, omdat een stel verklede figuren van mythische proporties de afgelopen drie weken hun hoofdjes op hol hebben laten slaan.
En dat de rasisme-schreeuwende volwassenen weer met een gerust hart kunnen slapen. Morgen is iedereen weer waar hij hoort. Vol is vol, en zo'n oude man met wat knechten kunnen we er echt niet bij hebben.
Ik heb een vergadering. Niet met Sinterklaas, toch krijg ik een cadeautje. Een smartwatch, gewonnen met een actie van een van onze leveranciers op kantoor.
Na het verplichte fotomomentje gaan we zitten. Mijn gast haalt zijn notitieblok uit zijn tas, slaat het open en glimlacht.
"Ah, mijn dochter heeft weer eens aan mijn spullen gezeten."
Hij toont een pagina waarop een lief berichtje gekrabbeld staat. Leuk, die kinderen. Daar is de mijne nog te jong voor.
Ik rits mijn tas open om mijn laptop te pakken. Ook ik glimlach.
"Ah, mijn dochter heeft weer eens aan mijn spullen gezeten."
Mijn gast grijnst als ik een poes uit te tas hengel. De knuffelpoes van dochterlief.
Ze wilde hem vanochtend meesmokkelen onder haar jas. Dat paste niet. Ik merkte aan haar dat ze het allemaal toch wel een beetje spannend vindt, dat hele Sinterklaas gedoe. Niet dat we er veel aandacht aan besteden dit jaar: de twee jongens geloven allebei niet meer (holadiee!) en de kleinste is er nog niet echt aan toe.
Stop hem dan in je tas. Met een blije grijns trekt ze een sprintje naar de keuken en hoor ik een rits open gaan. Dan wordt er wat gemompeld. Ik versta er bijzonder weinig van en vang enkel wat flarden op.
"Past niet ... te vol ... -rits- ... zo dan ... misschien ... -rits- ... ferpekt!"
Als we klaar zijn om te gaan, pakken we allebei onze tas en gaan richting school. We knuffelen en dansen samen op pietenmuziek. Samen met de rest van de school lopen we naar het schoolplein. Zij vooraan, ik achteraan bij de ouders. Ik kijk of ze zich op haar gemak voelt en schuifel tevreden weg, op weg naar kantoor.
Nietsvermoedend dus met een verstekeling in mijn tas. Want het gemompel, dat sloeg dus op die poes. In die tas. Mijn tas, wel te verstaan. Want haar tas was te vol.
Ik geef poes een aai over zijn bolletje en stop hem terug in de tas. Mijn laptop pak ik uit en de vergadering kan beginnen. Mijn gast met een lief berichtje in zijn notitieblok, ik met een lieve knuffel in mijn rugzak.
We glimlachen allebei, en ik heb zo'n vermoeden dat dat vandaag niet meer gaat veranderen.
Wat kan zo'n klein dingetje toch een groot gevolg hebben.