Papa Schrijft
Ervaringen die iedere vader wel herkent. Maar dan anders.

Inspiratie Jan 2, 2019

Wachten is best moeilijk. Vooral als je negen bent. Dat merken we het meeste aan tafel, waar zoonlief steevast als eerste klaar is. Of je nou boterhammen, een driegangenmaaltijd of een stuk taart eet, zijn bestek ligt altijd als eerste weer op zijn lege bord.

Geen idee van wie hij dat heeft eigenlijk. Niet van mij. Als ik een trein mis en twintig minuten later aan tafel zit dan de rest, ben ik alsnog het eerste klaar. Ik heb het dus overduidelijk zelf nog.

Goed, terug naar dat stuk ongeduld. "Mag ik alvast de tafel afruimen?" Normaal zou ik dit soort enthousiasme toejuichen, maar als er dan zo'n verborgen motief achter zit... Nee, je blijft dus maar zitten.

"Maar dan verveel ik me."

Ping! Idee. Vertel een leuk verhaal. Waarover? Interesseert me niet. Verzin maar wat leuks. Anything goes. Dat moet toch lukken?

"Ik kan niks verzinnen."

Zucht.

Oké, let op. Ik doe het voor.

"Er was eens een portaal. Een heel goed verborgen portaal. Zo goed verborgen zelfs, dat nog nooit iemand het had gevonden. Niemand wist dus ook waar dit portaal naar toe leidde."

Zoonlief grinnikt al. In ruim de helft van zijn spelmomenten komt er wel een portaal kijken. Of het nou gaat over een middagje met de LEGO of een game die hij online heeft gevonden, overal komt wel een portaal om de hoek kijken.

"Het portaal stond midden in een bos. Door dat bos liep een jongetje. Nou was dat jongetje een beetje een kluns. Altijd struikelen, maar nooit express. Zijn kleren bleven nooit schoon, ook al deed hij nog zo zijn best. Hij was gewoon liever bezig met rennen en vallen en klimmen en klauteren. En een pechvogel zijn dus."

Nu lacht mijn vrouw ook. Die heeft natuurlijk direct door wie dit jongetje is. De hoofdpersoon zelf grijnst mee, want hij voelt de bui al hangen.

"Tijdens een gezellige boswandeling, struikelt het jongetje over een omgevallen boomstam, schaaft zijn knie tegen een losliggende kei en valt met een heuse keepersduikvlucht in een gat. Dat gat is zo lang, dat het jongetje maar blijf vallen. AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAH! Als zijn adem op is en het jongetje nog steeds valt, bedenkt hij zich dat hij toch wel heel lang aan het vallen is. Zo lang, dat hij bijna zijn huiswerk had kunnen maken. Wacht eens, misschien wel helemaal. Goh, ik begin toch ook wel honger te krijgen."

Aan mijn andere kant wordt er driftig meegedaan met mijn verhaal. Wild met haar handjes schuddend wiebelt mijn dochter in haar kinderstoel heen en weer. Ook zij valt, ook zij roept aaaaah. Helemaal leuk, zo'n meeleeftheater aan tafel. 

"Uiteindelijk valt het jongetje toch door een portaal. Als je zo ver valt, ga je natuurlijk best hard neerkomen. Behalve in Minecraft als je in water valt, daar voel je niks van. Probeer dat vooral niet van een duikplank. Maar het jongetje had geluk. Dat portaal, wat nog nooit iemand had gezien of gevonden, kwam namelijk uit boven een beddenwinkel. Sterker nog, precies boven een stapel matrassen! Het jongetje viel dus gelukkig heel zacht."

Op dit moment neemt mijn vrouw het over. Ze zegt dat er onder die stapel matrassen een erwt ligt.

"Auw, zegt het jongetje."

Zoonlief vindt de erwt niet leuk genoeg. Die heeft natuurlijk nog nooit van de prinses op de erwt gehoord. Dat simpele groene bolletje moet dus vervangen worden door iets, wat zullen we zeggen... spannender.

"Maar er ligt ook een mijn onder die stapel matrassen en die zegt BOEM zodra het jongetje er vanaf rolt en dan gaat-ie toch nog dood."

Het brengt ons dan wel weer terug naar de start van het verhaal. Het jongetje dat altijd zo'n pech heeft. Zelf al heeft-ie alle geluk van de wereld door een portaal te vinden wat nog nooooooooit iemand heeft gevonden en dan óók nog op een stapel matrassen te vallen na die lange val, gaat-ie nog dood.

Oké. Uhm... Ik snap waarom jij niet zo snel verhalen verzint. Zo zijn ze wel heel snel afgelopen, ik heb mijn soep nog niet eens op.


Ook mijn vrouw vertelde een verhaal. Dat komt volgende week.